GEEST | GROND

Dit schetsontwerp verbindt de getijden dynamiek van het voormalige Oer-IJ als basis van de geschiedenis, cultuur en economie van Uitgeest met de hoge dynamiek van een modern infrastructureel knooppunt

Het spoor en station in Uitgeest betekent een harde scheiding tussen de wijken De Koog en het Oude Dorp enerzijds en De Kleis en Waldijk anderzijds De Zientunnel vormt een belangrijke verbinding tussen deze wijken. De tunnel is met name bestemd voor voetgangers, fietsers en (een enkele) bromfietser. Tevens vormt hij onderdeel van een belangrijke route tussen de IJ-mond en het polder-duinlandschap

De Zientunnel snijdt in de bodem van Uitgeest. De opbouw van deze bodem is grotendeels gevormd door de dynamische getijdenwerking van het voormalige Oer-IJ. Zoals in veel landschappen is ook hier de bodemgesteldheid in hoge mate bepalend voor de geschiedenis, cultuurhistorie en economie van Uitgeest.
Het toponiem Uitgeest bevat het woordje ‘geest’ in de oorspronkelijke bodemkundige betekenis van ‘onvruchtbaar en dor’. De zogenaamde ‘geestgronden’ bestaan voornamelijk uit duinzand vermengd met veen en/of klei, de geologische benaming van de vermenging van zand en veen of klei is ‘zavel’. Zonder verdere bewerking zijn de geestgronden niet heel vruchtbaar, maar na bewerking blijkt het uitstekende tuinbouwgrond, de streek tussen Alkmaar en Noordwijk is inmiddels wereldberoemd om haar bollenteelt.

Een zes-kleuren-thema verbeeldt de ingrediënten van het Oer-IJ landschap; (duin)zand, klei, zavel, veen, zoet(water) en zout(water)

Het thema is geïnspireerd op de kleurenpracht van de bollenteelt op de geestgronden, gecombineerd met de vroeg 20e eeuwse post-impressionistische schilderkunst. De verzadigde kleuren zijn gelijkwaardig van toon, als deze direct tegen elkaar worden geplaatst ontstaat een extra kleurstraling. In de waarneming van de ‘voorbij snellende’ fietser vermengt het zes-kleuren-thema tot één rijke, warmgrijze tint, de tint van GEEST GROND.

De handeling van het passeren van de tunnel op zichzelf veroorzaakt een vermenging van de kleuren, het patroon gaat wervelen, interfereren en golven. Het patroon lijkt omhoog te stijgen, als een opkomende vloed, terwijl vanuit tegenovergestelde richting het patroon lijkt te dalen, als het afgaande tij. Een fietser doet ongeveer 20 seconden over het passeren van de tunnel, een wandelaar doet hier zo’n 2 minuten over. De dynamiek in het tegelpatroon komt pas tot expressie wanneer je het met enige snelheid passeert.
Anders gezegd, de passant zet het kunstwerk zelf in beweging en wordt daarmee onlosmakelijk onderdeel van het kunstwerk.

In opdracht van:
ProRail
Locatie:
Zientunnel Uitgeest
Jaar:
2020
Status:
schetsontwerp, niet uitgevoerd

IN DE MEDIA