In 1993 en in 1995 reikte de IJssel bij Deventer tot ruim 7 mtr +NAP en stond het water tot aan de kruin van de dijk. In 2012 wordt gestart met het ontgraven van nevengeulen voor extra waterberging, zodat de kans op herhaling kan worden gereduceerd tot eens in de 1250 jaar.
Met VLOEDLIJN -1op1250- voor de tentoonstelling – Hoog Water! – De Stad • De Rivier – verbeeld ik de tijdspanne tussen -oorzaak en gevolg- van het Ruimte voor de Rivier beleid in Nederland. Ik heb bij Rijkswaterstaat alle rivierstanden bij Deventer tussen 1992 en 2012 opgevraagd en in een grafiek gezet. De grillige grafieklijn is vertaald naar 240 meetmomenten die staan voor 240 maanden (=20 jaar). Dit levert een langgerekt patroon op van meetpunten met concentraties rond een gemiddelde, regelmatige fluctuaties over de jaargetijden met hier en daar uitschieters naar boven en naar beneden.

VLOEDLIJN -1op1250- gaat over meten en markeren, plannen en beheersen, ‘de maakbaarheid van ons landschap’. Ik stel de vraag in hoeverre de grilligheid van de natuur is te bedwingen, te sturen en vast te leggen in een uitgestippeld landschap, met ieder jaar een overstromingskans van 1 op 1250.
De 240 meetpunten zijn gemarkeerd met evenzoveel piketpaaltjes, opgesteld in een strook van 8×60 mtr. Iedere piket heeft een unieke code bestaande uit het jaartal en het maandgetal.
De piketpaaltjes symboliseren het werken in, en het ontwerpen aan het landschap in onze verwoede poging tot beheersing van het onverwachte en het onvoorspelbare. Zoals bij veel van mijn werken is er een blauwdruk, een soort partituur die ik met grote precisie volg. Het eindresultaat oogt echter toevallig, grillig en ongrijpbaar, net als het gedrag van de rivier.

juli 2012.